Spelregelwijzigingen seizoen 2019-2020

Spelregelwijzigingen voor 2019/2020

 

De IFAB heeft de (ruim 30) spelregelwijzigingen voor komend seizoen gepubliceerd. Lees verder voor het uitgebreide Engelse document, de samenvatting en onze Nederlandse vertaling.

De vele spelregelwijzigingen gaan onder andere over hands, wissels, de toss, doelschoppen, vrije schoppen, scheidsrechtersballen, strafschoppen, de muur en teamofficials. In sommige gevallen is er sprake van een verduidelijking van een reeds bestaande spelregel. De spelregelwijzigingen treden op 1 juni 2019 in werking. 

De officiële documenten van de IFAB zijn vooralsnog alleen beschikbaar in het Engels. 

Met dank aan onze collega's uit Apeldoorn (SAO) volgt hieronder onze Nederlandse vertaling van de belangrijkste wijzigingen.

Regel 3: De spelers

  • Een speler die gewisseld wordt moet op de dichtstbijzijnde plaats het speelveld verlaten, tenzij de scheidsrechter anders aangeeft.
  • Een gewisselde speler moet zich meteen naar de instructiezone of kleedkamer begeven, om problemen met andere wisselspelers, het publiek of wedstrijdofficials te voorkomen.
  • Een speler die bovenstaande regels overtreedt wordt bestraft voor het vertragen van een spelhervatting (gele kaart). 

Regel 4: De uitrusting van de spelers

  • Een ondershirt mag uit meerdere kleuren bestaan, mits die kleuren exact gelijk zijn aan de mouwen van het wedstrijdshirt.

Regel 5: De scheidsrechter

  • De scheidsrechter kan alsnog een disciplinaire sanctie (gele of rode kaart) geven nadat het spel is hervat, indien een andere wedstrijdofficial een overtreding heeft gezien en heeft geprobeerd die betreffende overtreding te communiceren (vlagsignaal, headset) naar de scheidsrechter voordat het spel werd hervat. Dit geldt niet voor de aan de disciplinaire sanctie gerelateerde spelhervatting. 
  • Aan teamofficials (zoals trainers, teammanagers en verzorgers) die zich schuldig maken aan wangedrag kunnen gele en rode kaarten getoond worden.
  • Een teamofficial wordt onder andere vermaand indien hij op respectvolle wijze het speelveld betreedt, een instructie van de scheidsrechter, assistent, of vierde official negeert, het rustig in woord niet eens is met een beslissing of een keer de instructiezone verlaat zonder een andere overtreding te maken. 
  • Een teamofficial ontvangt onder andere een waarschuwing (gele kaart) indien hij duidelijk/herhaaldelijk de instructiezonde verlaat, een spelhervatting van zijn eigen team vertraagt, de instructiezone van de tegenstander betreedt, in woord en gebaar het niet eens is met een beslissing (inclusief sarcastisch klappen, gooien van objecten), de referee review area (RRA) betreedt, overdreven met gebaren vraagt om een gele of rode kaart, overdreven met gebaren vraagt om een VAR-review, provocerende gebaren maakt, herhaaldelijk gedrag vertoont waarvoor een vermaning wordt gegeven en een gebrek aan respect toont voor het spel. 
  • Een teamofficial wordt onder andere weggestuurd (rode kaart) indien hij een spelhervatting van de tegenstander vertraagt, de instructiezone verlaat om te protesteren of provoceren, de instructiezone van de tegenstander op confronterende wijze betreedt, opzettelijk een voorwerp in het veld gooit/trapt, het veld betreedt om te protesteren (ook bij rust/na afloop) of in te grijpen in het spel, het Replay Center betreedt, fysiek of agressief gedrag vertoont, een tweede gele kaart ontvangt, beledigende taal gebruikt, niet-toegestane elektronische apparaten gebruikt of zich gewelddadig gedraagt. 
  • Indien niet duidelijk is welke teamofficial zich misdraagt, wordt aan de hoofdtrainer de gele of rode kaart getoond. Hij is immers verantwoordelijk voor de andere teamofficials.
  • Indien een strafschop wordt toegekend, mag de strafschopnemer op het veld verzorgd worden en hij hoeft het veld niet te verlaten. 

Regel 8: Het begin en de hervatting van het spel

  • Het team dat de toss wint, kiest ervoor om ofwel de aftrap te nemen of welk doel het in de eerste helft verdedigt.
  • Indien het spel wordt onderbroken terwijl de bal in het strafschopgebied is of voor het laatst in het strafschopgebied is geraakt, laat de scheidsrechter de scheidsrechtersbal vallen voor de keeper. Alle andere spelers, dus zowel medespelers als tegenstanders, moeten zich op tenminste vier meter afstand bevinden.
  • In alle andere gevallen laat de scheidsrechter de scheidsrechtersbal vallen voor één speler van het team dat als laatste de bal raakte, op de plaats waar de bal als laatste werd geraakt. Alle andere spelers, dus zowel medespelers als tegenstanders, moeten zich op tenminste vier meter afstand bevinden. 

Regel 9: De bal in en uit het spel

  • Een scheidsrechtersbal wordt toegekend indien de bal de scheidsrechter raakt en hierdoor in het doel gaat, de tegenstander balbezit krijgt of het team dat al balbezit had een veelbelovende aanval krijgt. 

Regel 10: De uitslag van een wedstrijd bepalen

  • Indien de keeper de bal in één keer in het doel van de tegenstander gooit, wordt een doelschop toegekend. 

Regel 12: Overtredingen en onbehoorlijk gedrag

  • Het is altijd een overtreding indien een speler de bal opzettelijk met de arm/hand speelt, onder andere indien hij de arm/hand naar de bal beweegt.
  • Het is altijd een overtreding indien een aanvaller een doelpunt scoort met zijn arm/hand, ook wanneer dit niet opzettelijk gebeurt.
  • Het is altijd een overtreding indien een aanvaller de bal in bezit krijgt of controleert met de arm/hand en daarna scoort of een scoringskans creëert. 
  • Het is meestal een overtreding indien een speler de bal met de arm/hand speelt en deze arm/hand het lichaam op onnatuurlijke wijze groter/breder maakt. 
  • Het is meestal een overtreding indien een speler de bal met de arm/hand speelt en de arm/hand zich hoger dan de schouder bevindt (tenzij een speler opzettelijk de bal speelt waarna de bal de arm/hand raakt). 
  • Bovenstaande overtredingen zijn ook van toepassing indien de arm/hand geraakt wordt door een bal die in één keer van het lichaam van een dichtbij staande tegenstander stuitert. 
  • Los van punten 1 tot en met 5, is het meestal geen overtreding indien een speler de bal met de arm/hand speelt nadat de bal van het eigen lichaam tegen de arm/hand stuitert.
  • Los van punten 1 tot en met 5, is het meestal geen overtreding indien een speler de bal met de arm/hand speelt nadat de bal van het lichaam van een dichtbij staande tegenstander tegen de arm/hand stuitert.
    • Het is meestal geen overtreding indien een speler de bal met de arm/hand die zich dicht tegen het lichaam bevindt en het lichaam niet onnatuurlijk groter maakt.
  • Het is meestal geen overtreding indien een speler de bal met de arm/hand speelt indien een speler valt en de arm bevindt zich onder het lichaam om het lichaam te ondersteunen (dit is immers een natuurlijke houding voor een sliding), tenzij de arm verticaal of lateraal wordt uitgestoken.
  • Wanneer een keeper binnen het strafschopgebied op onreglementaire wijze de bal met de hand speelt (bijvoorbeeld na een inworp van een teamgenoot of een ‘terugspeelbal’) wordt alleen een indirecte vrije schop toegekend, maar geen disciplinaire straf. 
  • Indien de keeper na een inworp van een teamgenoot of een ‘terugspeelbal’ duidelijk de bal trapt of probeert de bal te trappen en dit mislukt, mag hij de bal weer met de handen spelen. 
  • Indien een team een duidelijke scoringskans heeft door een vrije schop snel te nemen, mag de scheidsrechter wachten met het tonen van de bij de vrije schop behorende gele of rode kaart tot de eerstvolgende onderbreking. 
  • Indien een speler een tegenstander op onreglementaire wijze een duidelijke scoringskans ontneemt en de scheidsrechter kent een vrije schop toe, maar de tegenstander behoudt een duidelijke scoringskans door de vrije schop snel te nemen, ontvangt de overtredende speler bij de eerstvolgende onderbreking een gele kaart (alsof de voordeelregel wordt toegepast).
  • De gele kaart voor het op ongepaste wijze vieren van een doelpunt (zoals het uittrekken van het shirt) moet ook worden gegeven indien het doelpunt alsnog wordt afgekeurd.
  • Alle verbale overtredingen (schelden, beledigen, protesteren) worden bestraft met een indirecte vrije schop.
  • Het trappen van een voorwerp naar een tegenstander of scheidsrechter wordt op dezelfde manier bestraft als het gooien van een voorwerp, dus met een directe vrije schop. 

Regel 13: De vrije schoppen

  • Nadat een indirecte vrije schop is genomen, mag de scheidsrechter zijn arm al omlaag doen wanneer duidelijk is dat er niet direct uit de indirecte vrije schop gescoord wordt.
  • Bij een vrije schop voor de verdedigende partij in het eigen strafschopgebied hoeft de bal niet eerst het strafschopgebied te verlaten voordat deze in het spel is. De bal is in het spel als deze is getrapt en duidelijk beweegt. 
  • Tegenstanders moeten buiten het strafschopgebied en op tenminste 9.15 meter afstand blijven totdat de vrije schop is genomen (dus totdat de bal is getrapt en duidelijk beweegt).
  • Bij een verdedigende muur van tenminste drie spelers, moeten alle aanvallers zich op tenminste één meter van de muur bevinden totdat de vrije schop is genomen. Indien zij op het moment dat de vrije schop genomen wordt toch te dicht bij de muur staan, wordt dit bestraft met een indirecte vrije schop voor de verdedigende partij.

Regel 14: De strafschop

  • Bij het nemen van een strafschop mag de keeper niet de doelpalen, de lat of de netten aanraken. Ook mogen de doelpalen, de lat en de netten niet bewegen.
  • Bij het nemen van een strafschop moet de keeper ten minste een deel van één voet op de doellijn hebben. Hij mag niet achter de doellijn staan. 

Regel 15: De inworp

  • Bij het nemen van een inworp moeten tegenstanders zich op tenminste twee meter van de zijlijn bevinden, ook als de nemer niet op de zijlijn staat.

Regel 16: De doelschop

  • Bij doelschoppen hoeft de bal niet eerst het strafschopgebied te verlaten voordat de bal in het spel is. De bal is in het spel als deze is getrapt en duidelijk beweegt.
  • Tegenstanders moeten buiten het strafschopgebied blijven totdat de doelschop is genomen (dus totdat de bal is getrapt en duidelijk beweegt). 
  • Indien de doelschop snel wordt genomen en daardoor een of meer aanvallers geen tijd had om het strafschopgebied te verlaten, laat de scheidsrechter het spel doorgaan.